Gasanalyse opnieuw uitgevonden
Een probe met de kracht van een analyzer
TDL (Tunable Diode Laser) analyzers voor het meten van de concentratie van één component in een gasstroom zijn ondertussen “mainstream” geworden. De meeste gasanalyzers van dit type zijn zo genoemde “Cross Stack” analyzers. Ze hebben een lichtbron (laser) en detector die afzonderlijk gemonteerd worden, recht tegenover elkaar aan beide zijden van de leiding of schouw.
Het is algemeen geweten dat de uitlijning van beide delen ten opzichte van elkaar niet zo eenvoudig is. De diameter bepaalt daardoor de optische padlengte (OPL) en daarmee het meetbereik en de resolutie van de analyzer.
Dat is de wereld op z’n kop! Normaal selecteer je een meettoestel op basis van gewenst meetbereik en detectielimiet, niet andersom. Gelukkig kan het anders.
Probe-analyzers
Een analyzer die je als een lans (of probe) slechts met één flens in je procesleiding monteert lost alles op. En je krijgt nog een hoop extra’s. De lengte van de probe bepaal je zelf in functie van het meetbereik, de detectielimiet en de resolutie, zoals het hoort. Aan het einde van de probe zit een “corner cube” die de laserstraal in de juiste richting reflecteert. De probe is door de fabrikant uitgelijnd. Dat is al een grote zorg minder. De aansluiting met één flens betekent ook dat je slechts aan één kant spoelgas (purge) en elektrische aansluiting moet voorzien.
Met zo’n probe kan je zelfs in relatief kleine procesleidingen, tot DN50, inline meten. Dat is onmogelijk met de klassieke “Cross Stack” analyzers. Over periodieke controle hoef je je ook geen zorgen te maken. De optische onderdelen in contact met de gasstroom zijn drukbestendig (tot >20bar) en de laser kan zonder problemen verwijderd worden zonder dat het proces in contact komt met de buitenlucht.
Kleine leiding, grote padlengte (OPL)
Wil je meten in lage meetbereiken (ppmv niveau) en heb je toch slechts een kleine leidingdiameter? Dan bots je op de fysische beperkingen van een klassiek systeem. Voor probe-analyzers bestaan er accessoires die de OPL twee tot drie maal groter maken. In een leiding van DN150 kan je probleemloos een optische padlengte van 900mm bereiken. En daardoor dus een veel lager meetbereik en betere resolutie.
Zeker zijn van je stuk
Voorgekalibreerd, onderhoudsvrij, etc. Het klinkt allemaal heel mooi, en dat is het ook wel, maar een mens wil wel zeker zijn. Daarom is periodieke controle of verificatie een goed idee. Zoals gezegd kan je zonder procesonderbreking de laser verwijderen. Zonder de elektrische verbindingen te ontkoppelen plaats je on-site de laser op een kalibratiecel. Je meet dan omgevingslucht (bij zuurstofanalyzers) of je sluit een kalibratiegas naar keuze aan.
En de corner cube (reflector) dan? Die zit uiteraard in het proces. Geen nood, de vervuilingsgraad van het optische pad wordt tijdens de meting permanent gemonitord. De hele analyzer, van laser tot detector kan gecheckt worden. Dit wordt vooral gewaardeerd in inertisatieprocessen en bij installaties die moeilijk bereikbaar zijn.
Conclusie
Probe-analyzers zijn een waardevol alternatief voor standaard TDLs analyzers. Ze hebben niet enkel een kleinere “footprint”, ze zijn praktischer, je wint tijd met installatie en opstart en je kan op enkele minuten tijd het hele analysesysteem controleren. Dit alles zonder in te boeten op meetbereik, detectielimiet en kwaliteit.
Meer informatie?